Verzekeringscomité doet budgetvoorstel voor gezondheidszorg voor 2025
“216 miljoen euro besparingsmaatregelen, maar patiënt en zorgverstrekker blijven beschermd”
Brussel, 7 oktober 2024 – Het Verzekeringscomité van het RIZIV, met vertegenwoordigers van ziekenfondsen, zorgverstrekkers en zorgvoorzieningen, kwam vandaag tot een begrotingsvoorstel gezondheidszorg voor 2025. Een moeilijke opdracht, gezien er 216 miljoen euro bespaard moet worden. “We kunnen met dit voorstel de bescherming van de patiënt vrijwaren. Onze gezondheidszorg mag niet aan toegankelijkheid inboeten,” zegt Luc Van Gorp, voorzitter van het Nationaal Intermutualistisch College (NIC).
De besparingsmaatregelen gaan van kracht vanaf 1 januari 2025. “Het is de bedoeling dat we met deze maatregelen ook toekomstige overschrijdingen kunnen vermijden. De kwaliteit en toegankelijkheid van de gezondheidszorg blijven onze prioriteit, samen met het bevorderen van de gezondheid van elke burger, het welzijn van de zorgmedewerker, het optimaliseren van de zorg en het verminderen van onnodige kosten. We gaan énkel besparen waar we budget op een betere manier kunnen inzetten. Dat is de enige manier om de patiënten en de zorgverstrekkers te sparen,” aldus Van Gorp.
Het Verzekeringscomité betreurt dat de huidige Europese budgettaire context geen enkele marge laat voor investeringen in sectoren waar de noden zeer hoog zijn, zoals de vroedvrouwen en de ziekenhuizen.
Het Verzekeringscomité analyseerde en evalueerde de gezondheidszorguitgaven grondig. Hieruit worden de nodige lessen getrokken en bepaalde uitgaven een halt toegeroepen, met oog op de toekomst van het gezondheidszorgsysteem.
Het is de bedoeling deze benadering, die vertrekt vanuit een constante verbetering van de zorg, ook voor de begrotingsprocedure van 2026 en volgende jaren te hanteren. Daarom pleit het Verzekeringscomité voor een goede coördinatie van het overleg tussen alle bevoegde organen rondom dit doel. Het is noodzakelijk dat alle stakeholders samenwerken en kennis opbouwen om de juiste beslissingen te nemen.
De belangrijkste voorgestelde besparingen:
- In de geneesmiddelensector zal er op drie manieren bespaard worden, voor een totaal van 113 miljoen euro.
- De prijs van weesgeneesmiddelen waarvoor er geen biosimilair of generiek alternatief is en die al minstens 12 jaar op de markt zijn, maar waarvan het patent wel vervallen is, moet met 20 procent naar beneden gezien het onderzoek al is afgeschreven. Het gaat hier over 9 miljoen euro;
- De kost van oncologische geneesmiddelen moet voor de ziekteverzekering met 88 miljoen euro omlaag. Dit in combinatie met een betere beheersing van deze gezondheidszorguitgaven;
- Ook het algemene volume van voorgeschreven geneesmiddelen moet dalen. Hierop zal 16 miljoen euro bespaard worden, onder andere door een hernieuwd engagement van artsen om rationeler voor te schrijven.
- Op het vlak van artsenhonoraria wordt de vergoeding voor telefonische consultaties tegen 1 januari 2026 herzien met een overgangsperiode vanaf 1 januari 2025. Het huidige systeem op basis van betaling per prestatie, wordt stopgezet. Er komt een nieuwe forfaitaire vergoeding. Videoconsultaties blijven bestaan. Ook de vergoeding voor een aantal specifieke ingrepen zoals cerebrale angiografie wordt herzien.
- Op implantaten wordt 10 miljoen euro bespaard.
- In de tandzorg wordt 20 miljoen euro bespaard door een integratie van de DPSI-test (Dutch Periodontal Scoring Index) in het mondonderzoek en een aangepast tarief wanneer dit buiten het mondonderzoek gebeurt, in functie van de tijd die voor het onderzoek nodig is.
“We zijn tevreden dat we met de mutualiteiten ook in moeilijke omstandigheden in het overlegmodel tot dit voorstel zijn gekomen. Het overlegmodel garandeert een toegankelijke en kwalitatieve zorg, vanuit de overtuiging dat gedragen sociaal beleid gezondheid en welzijn voor het grootste aantal mensen oplevert. Ook in uitdagende tijden met grote en complexe problemen loont gedegen overleg,” besluit Van Gorp.
Op 21 oktober wordt het budgetvoorstel voorgelegd aan de Algemene Raad, waarin naast de vertegenwoordigers van de ziekenfondsen ook de sociale partners en de regering zetelen. Het NIC vraagt de regering om dit voorstel te volgen, gezien het een robuust en evenwichtig antwoord biedt op de huidige budgettaire context.
Wat de toekomst betreft, dringt het NIC erop aan de projecties van de gezondheidszorguitgaven van het Planbureau (Promes-model) als referentie te gebruiken. De regering wordt gevraagd voldoende te investeren in de verplichte ziekteverzekering, om de kwaliteit van de zorg te behouden en de toegankelijkheid te verzekeren en om tegemoet te komen aan nieuwe behoeften in heel wat sectoren.
De gezamenlijke vertegenwoordigers van de ziekenfondsen Landsbond der Christelijke Mutualiteiten, Solidaris, Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, Landsbond van Liberale Mutualiteiten, Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen, Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Kas der geneeskundige verzorging van HR Rail.
Perscontact: Clara Vanmuysen +32 498 23 15 99